In 1926 gaf Paul Gilissen, een Hasseltse handelaar in koloniale waren, opdracht aan architect Huib Hoste om zijn woning langs de Koningin Astridlaan te ontwerpen. Tijdens zijn verblijf in Nederland in WO I geraakte Hoste geïnspireerd door de architectuur van De Stijl en de Amsterdamse school, die vooruitstrevender was dan de eerder traditionele architectuurstijlen in België. Zo wordt hij in België erkend als een voorstander van moderne architectuur.
Huis Gilissen vertoont de typische kenmerken van een internationale architectuurstijl met het platte dak, de driedimensionele gevel met erker en afgeronde hoeken, een horizontaal en verticaal lijnenspel en de asymmetrische plaatsing van de ramen. De combinatie van baksteen, beton, metaal en loodglas is ook typisch voor deze periode. Anderen zullen zich later inspireren op de moderne architectuur van Huib Hoste.
Langs dezelfde invalsweg krijgt architect Léon Stynen in 1934 de opdracht voor de bouw van de eigen woning van de heer Douchar, een aannemer en handelaar in bouwmaterialen. In deze woning laat Stynen zich inspireren door Le Corbusier en toont hij zijn voorliefde voor een zuivere vorm, optimale lichtinval, vrije plattegrond en dakterras. De horizontale vlakke voorgevel met zwarte en gele geglazuurde baksteen, bandramen en een sokkel met voordeur langs de doorgang wijkt sterk af van de klassieke gevelopbouw van de Hasseltse rijwoning. De achtergevel kent een meer plastische opbouw door een spel van volumes en balkons.