NALATENSCHAP VAN HET INTERBELLUM

© Blauwdruk Stedenbouw

De periode tussen de twee wereldoorlogen is een tijd van crisis en twijfel op politiek en economisch vlak. Niettemin kent Hasselt een gestage bevolkingsgroei en een belangrijke stadsuitbreiding langs bestaande steenwegen en nieuwe rechtgetrokken straten (vaak op oude landwegen). Een grotere visie of plan voor de stad ontbreekt. Op basis van rooilijn- en onteigeningsplannen wordt de stad straat per straat uitgebreid en perceel per perceel bebouwd. De grens tussen de stad en de open ruimte vervaagt.

Vele inwoners van Hasselt verkiezen een woning in de groene rand waar ze kunnen genieten van de voordelen van de stad en tegelijk wonen in een gezonde omgeving. Runkst en Heilig Hartwijk verschijnen op de kaart als de eerste voorstadswijken met een eigen parochie, een kerk, een plein en een school. In de Heilig Hartwijk komen ook de eerste sociale woonwijken tot stand.

Langs de Kuringersteenweg (en latere Koningin Astridlaan) bouwen grotere handelaars hun woningen met bijhorende magazijnen in een uitgesproken modernere architectuurstijl. De nabijheid van het station en de ligging langs een belangrijke invalsweg waren wellicht twee belangrijke troeven voor de handelaars. Qua architectuur ontstaat in deze periode van twijfel een prettige mix van interbellumwoningen in verschillende stijlen. In de eerste jaren na de oorlog kiest men vaak voor een historiserende of eclectische stijl. Later evolueert de voorkeur van sommige architecten én opdrachtgevers naar een romantisch kubisme, modernisme of nieuwe zakelijkheid, onder invloed van de architecten Huib Hoste, Léon Stynen, Arthur Baar, Sylvain Brauns en vele anderen.

HET TYPERENDE, GEVARIEERDE STRAATBEELD

De Rozenstraat is aangelegd in 1928 en vervolgens perceel per perceel ingevuld met woningbouw, naast en tegenover het klooster en weeshuis Zusters Kindsheid Jesu. De interbellumwoningen kennen een gevelontwerp met een grote rechtlijnigheid, een volumewerking met afgeronde balkons of erkers, een rijk gedetailleerde baksteenarchitectuur en horizontale muurbanden. Samen zorgen ze voor het karakteristieke, gevarieerde straatbeeld uit de interbellumperiode. 

Een uitzondering vormt Windmolenveld, de eerste sociale wijk van Hasselt uit 1928. In het ontwerp van deze wijk met 80 woningen kiest architect Sylvain Brauns voor een traditionele, versoberde en uniforme baksteenarchitectuur, wellicht ook om budgettaire redenen. Het zijn eenvoudige puntgevels met weinig tot geen ornamentiek. 

ROOILIJNPLANNEN EN BOUWVERGUNNINGEN

Toekomststraat, Stadsarchief Hasselt

Sedert de gemeentewet van 1836 is de groei van de ruimtelijke ordening in Vlaanderen hoofdzakelijk bepaald door rooilijnplannen en bouwvergunningen. Ook tijdens de interbellumperiode kende Hasselt een quasi organische groei, straat per straat. Bestaande, smalle buurtwegen werden vaak rechtgetrokken en verbreed, zoals in het rooilijnplan voor de Toekomststraat uit 1932. De bouwregels voor nieuwe riante woningen langs de Toekomststraat en andere straten waren beperkt. In de bouwvergunning lijkt de focus vooral gericht op het gevelontwerp, inclusief de snede van de gevel. Belangrijke aandachtspunten zijn de bouwlijnen (volgens de rooilijnplannen), de hoogte van de dorpel en de diepte van de oversteek van een erker of balkon boven het voetpad. Dit lijkt te zorgen voor een relatief grote vrijheid voor de architecten en private opdrachtgevers.

MONUMENTALITEIT VAN DE HASSELTSE INVALSWEG

Koningin Astridlaan, Stadsarchief Hasselt

Als antwoord op de nood aan bijkomende woningen en bedrijfsgebouwen na WO I, wordt er veel gebouwd langs de invalswegen naar Hasselt. De Koningin Astridlaan & Kuringersteenweg zijn een mooi voorbeeld van een brede laan met monumentale interbellumwoningen met kantoren en/of magazijnen. Dit wordt mooi geïllustreerd in een artikel van het tijdschrift Bâtir uit 1937.

Zo wordt ook het 19e eeuwse herenhuis, Huis Polus, uitgebreid met magazijnen. Tegelijk zorgt architect Charles De Caestecker met een nieuwe gevel in een moderne vormentaal voor meer lichtinval én een betere aansluiting bij de architectuur van Hoste. 

In opdracht van een kolenhandelaar bouwt Arthur Baar Huis Ruland langs dezelfde invalsweg. Dit pand kent een eerder traditionele art decostijl. De gevel kent een spel van erkers, verspringende ramen en geprofileerde omlijstingen in hardsteen en natuursteen.